Alleen de wetenschap is de maat der dingen

posities Reactie toevoegen

De stelling dat geloof en wetenschap dichter bij elkaar staan dan wordt gedacht, is even misleidend als gevaarlijk.

Met succes heeft een Delftse hoogleraar moleculaire biofysica zich geprofileerd tot spirituele spindoctor van CDA-ministers. Het begon bij Maria van der Hoeven in juni 2005. Na een gesprek met professor Cees Dekker schreef de toenmalige minister van Onderwijs in haar weblog dat Intelligent Design „misschien… kan worden toegepast op scholen en in lessen”. Evolutiebiologen waren ontzet en er werden Kamervragen gesteld.

Intussen heeft Dekker afscheid genomen van Intelligent Design. Hij beseft eindelijk dat er geen goede argumenten zijn voor de centrale stelling van deze pseudowetenschappelijke doctrine: dat bepaalde biologische structuren wetenschappelijk aantoonbaar door een Intelligent Ontwerp zijn geschapen. Dekkers religieuze worsteling heeft ook een positief resultaat. Het luidt dat er „werkelijk geen conflict is tussen geloof en natuurwetenschap”.

Hoe is dit mogelijk? Waren er niet voortdurend conflicten, ontstaan door onderzoek van beroemdheden als Copernicus, Galileï en Darwin? Dekker heeft de oplossing. Indien er een conflict lijkt te zijn tussen een bijbeltekst en wetenschap, „dan geloof ik dat we óf onze wetenschap… óf de Bijbel foutief interpreteren”. Want een conflict tussen twee waarheden is onmogelijk. En in Dekkers ogen „wijst het christendom de weg naar de waarheid”.

Wederom fungeert de Delftenaar als inspiratiebron voor het CDA. Minister-president Balkenende zei op 2 december tijdens een Veritas-forum bij de ontvangst van het boek Geleerd & Gelovig, waaraan bovenstaande citaten zijn ontleend, het volgende. „Misschien staan geloof en wetenschap juist wel veel dichter bij elkaar dan vaak wordt gedacht. In essentie gaat het op beide terreinen immers om een zoektocht naar een waarheid die we nooit helemaal vast kunnen pakken, maar die er wel is.”

Heeft Balkenende gelijk? Staan geloof en wetenschap dichter bij elkaar dan wordt gedacht? Deze stelling is even misleidend als gevaarlijk. Toegegeven, wetenschappers zoeken naar waarheden, terwijl gelovigen menen een waarheid te bezitten.

Maar de verschillen tussen wetenschap en religie zijn veel groter. Wetenschappers proberen met zorg methoden van onderzoek te ontwikkelen die het verwerven van ware inzichten waarschijnlijk maken. Die methoden worden zelf ook weer onderzocht om ze te valideren. Soms blijken methoden onbetrouwbaar en dan worden de resultaten ervan met scepsis bezien. Neem bijvoorbeeld de methode van Joseph Weber om gravitatiegolven te ontdekken door middel van een vernuftige detector. Ofschoon zijn resultaten aanvankelijk veel indruk maakten, bleek de detectiemethode niet valideerbaar.

Lang geleden pretendeerden godsdiensten ook dat ze over goede onderzoeksmethoden beschikten. Religies poneren allerlei goden, geesten en demonen die lijken op menselijke personen. Daarom dachten gelovigen dat je het bestaan of de wil van goden kunt achterhalen door methoden geënt op intermenselijke communicatie. Je hoort bijvoorbeeld stemmen (‘openbaringen’) of je vraagt in gebed aan een god zich te manifesteren en dat doet hij door een brandoffer te laten ontvlammen (Elia op de berg Karmel, Koningen 18:20-46). In de zeventiende eeuw dachten veel geleerden nog oprecht dat de ouderdom van mens en wereld te berekenen was op grond van genealogieën in het Oude Testament.

Helaas is van al deze religieuze kenbronnen gebleken dat ze hoogst onbetrouwbaar zijn. Mensen kregen openbaringen met onderling onverenigbare inhoud. Schizofrenen of lijders aan een psychotische stoornis horen niet-bestaande stemmen. Het is begrijpelijk dat die vroeger werden toegeschreven aan goden of demonen. Inmiddels weten we beter. Bidden blijkt ook al niet te helpen, althans niet voor de gezondheid van degenen voor wie gebeden wordt. Dit is de uitkomst van uitvoerig statistisch onderzoek, zoals Mantra II (2005) en STEP (2006). Indien religies niet beschikken over betrouwbare en goed gevalideerde kenbronnen, waarom zouden we dan enig geloof hechten aan wat ze beweren?

Kortom, door de wetenschappelijke vooruitgang is religieus geloof ongeloofwaardig geworden. Dekker suggereert dat bij een conflict tussen openbaringstekst en wetenschappelijke resultaten wij een van beide opnieuw moeten interpreteren. Maar dit is onzin. De gelovige die meent dat de Bijbel slechts waarheden bevat, zal bijbelteksten herinterpreteren zodra ze weersproken worden door wetenschappelijke resultaten. Dit betoogde Galileï al in zijn beroemde brief aan groothertogin Christina van 1615. Cees Dekker beseft het vierhonderd jaar later. Zo’n religieuze herinterpretatie heeft overigens niets te maken met wetenschappelijke bijbelexegese. Niemand die goed bij zijn verstand is zal echter het omgekeerde doen: wetenschappelijke resultaten herinterpreteren omdat ze in strijd komen met de Bijbel, de Koran, de Vedas, of het Boek van Mormon. De reden is duidelijk. Wetenschap beschikt over gevalideerde onderzoeksmethoden maar godsdienst niet.

Balkenendes visie op geloof en wetenschap is dus misleidend. Waarom noem ik haar gevaarlijk? De grote uitdagingen waarvoor de mensheid nu staat, zoals milieuproblemen of toekomstige energievoorziening voor een wereldbevolking van negen miljard, vergen enorme investeringen in wetenschappelijk onderzoek. Indien men wetenschap onvoldoende onderscheidt van godsdienst bestaan er twee risico’s. Ofwel men beschouwt resultaten van wetenschappelijk onderzoek slechts als meningen, evenals de overtuigingen van gelovigen. Dan zal men te weinig geld besteden aan wetenschap en er in de beleidsvorming onvoldoende rekening mee houden. Ofwel men beschouwt religieuze overtuigingen als even betrouwbaar als wetenschappelijke resultaten. Dan zal men er in de beleidsvorming ten onrechte op steunen.

Het is verheugend dat CDA-ministers zich laten voorlichten door wetenschappelijke onderzoekers. Maar beperk dit tot hun vakgebied. En laten wetenschappers hun autoriteit niet misbruiken door publiekelijk uitspraken te doen over gebieden waar ze onvoldoende kaas van hebben gegeten.

(bron: Herman Philipse in NRC Handelsblad)

Reageren op het artikel